We staan enorm vroeg op om voor de hitte in Death valley te zijn. Dit is namelijk het heetste en droogste punt van Amerika. Death Valley National Park ligt in de Mojave woestijn, waar temperaturen van 45°C in de schaduw dagelijks voorkomen. Hier wil je dus geen pech krijgen met je auto. Onze chevrolet houdt het prima uit.
Onderweg zien we fantastisch zandduinen. Het park is een soort woestijn met zand, rotsformaties in verschillende kleuren en zoutvlaktes. We bezoeken het mijnwerkersdorp en Badwater, het laagste punt van Amerika (82 meter onder de zeespiegel). Dit is een zoutmeer dat meestal droogstaat. Verder wandelen we een stuk door de rotsheuvels.
Het is inmiddels al snikkend heet geworden. We rijden door, richting Las Vegas.
Hier arriveren aan het begin van de avond. Geweldig is het ! Overal glitter en glamour, lichtjes en drukte. Langs The Strip staat het ene hotel na het ander, allemaal in een bepaalde stijl (van New York met achtbaan tot Venetie met gondels, Egypte in de vorm van een piramide, een piratenschip etc). We weten gewoon niet welke we moeten kiezen en nemen maar het MGM. Megagroot en luxe.
De avond lopen we in Las Vegas door de casino’s en bekijken alle hotel en attracties. Wat een commerciële gekte. Ik kan me voorstellen dat mensen hier tegen zijn, dit is wel de westerse entertainment op en top.