In de trein naar Hué zijn we al aangesproken door een of andere vietnamees om in zijn Hotel te overnachten. We besluiten om dat nu maar niet te doen. Toch schrijven we onze naam op het lijstje wanneer hij zegt dat we een gratis taxi kunnen krijgen.
Na al onze visitekaartjes eens bekeken te hebben, blijkt de tante van het meisje Linh uit Saigon ook een hotel in Hué te hebben. Na een nachtje slapen in de nachttrein besluiten we om daar naar toe te gaan en die andere gasten te negeren. Op een of andere manier wil het afdingen met ons nog niet lukken. We doen iets fundamenteels fout. We hebben medelijden, willen makkelijk doen. We weten het niet. Als we in Hué aankomen om 9.30 besluiten we net zolang bij de taxi’s te blijven staan, totdat we voor een prikkie naar ons hotel gebracht te worden. Dat lukt aardig. Voor 2 piek worden we weggebracht, met de taxi voor het andere hotel met een heleboel toeristen achter ons aan. Het hotel blijkt een prima keuze. Ruim, schoon en met balkon voor $12. We zitten even wat op het balkon, douchen even en gaan de stad in.
Hué blijkt echt, tja hoe zullen we het noemen, een klotestad. Vervelende mensen die je constant lastig vallen, aan je hangen. Ze verkopen vanalles, maar de cyclomannen zijn het ergste. Onze ervaring is in ieder geval geen goede. Het ligt niet aan de nachtrust want dat viel wel mee. En het ligt ook niet aan die schatjes die aan het water (troep) zitten te zwaaien. Tja, soms is de eerste indruk gewoon geen goede.